Laatst las ik een kop van een artikel waarvan ik dacht ‘dat is interessant om eens over na te denken’. De tekst luidde: ‘Als vergezicht uitblijft, is er niets om naar uit te kijken’. Is dat zo? Geldt dat ook voor mij?
Het eerste beeld dat bij mij opkwam was een herfstachtig plaatje. Ik loop dan in de mist in het bos en ik zie door de dikke mist niet veel van mijn omgeving. Persoonlijk vind ik dat heerlijk omdat het mij een soort van mystiek gevoel geeft. Het brengt ook een soort van innerlijke stilte teweeg. Sterker nog, het leidt mij bij mezelf naar binnen. Die weg naar binnen wordt uiteraard wel afgewisseld met mijn nieuwsgierigheid naar wat er buiten mijzelf gebeurt. De geluiden in het bos worden dan ook sterker door mij waargenomen. Ineens doemt er dan een laaghangende tak op die ik maar net kan ontwijken. Dan valt het mij op dat het ook best wel spannend is om door de dikke mist in het bos te lopen. Natuurlijk wil ik niet graag kleerscheuren of andere lichamelijke ongemakken oplopen. Het gevolg is dat ik langzamer ga lopen. Nog meer rust. Die afwisseling van buiten naar binnen geeft mij het idee dat ik vergezichten krijg die ik niet had gekregen als de mist er niet was. Enerzijds omdat ik, hoewel ik niet ver kan kijken, wel een vergezicht krijg vanuit mijn innerlijke. Dat vergezicht van binnen levert een stemmetje op dat ik iets rustiger aan moet gaan doen anders loop ik nog ergens tegen aan. Anderzijds levert het waarnemen van de geluiden van buiten mij ideeën op van vergezichten. Ik neem waar en kan mij vergezichten inbeelden.
Dan besef ik me ineens ook dat ik me niet unheimisch of onveilig voel. Er is buiten onverwacht opdoemende takken, niet echt een angst dat ik iets tegenkom dat mij kwaad doet of zal doen. Het bos is vertrouwd gebied en ik kan me veilig voelen. Mezelf veilig voelen is dan ook afhankelijk van de angst die ik ervaar. Nou, de angst die ik ervaar is maar heel gering. Het is meer een soort van gezonde spanning. Dat brengt me op het idee dat angst dus wellicht ook de mogelijkheid beperkt om vergezichten te krijgen. Zowel buiten jezelf als binnenin jezelf. Je krimpt van angst in elkaar en in elkaar gedoken zie je niet wat er buiten jezelf gebeurt. De angst blokkeert ook de vergezichten in jouw binnenwereld.
Angst maakt dat er niets is om naar uit te kunnen kijken. Dat is jammer, want ergens naar uitkijken geeft ook hoop. Zonder angst is het mogelijk om vergezichten te krijgen en om ergens naar uit te kijken. En met die vergezichten welt er ook hoop op.
Mijn wens voor iedereen is dat er altijd iets of iemand mag zijn in jouw omgeving waarbij je je veilig en vertrouwd voelt. Dat er geen of weinig angst is. Dat er vele mooie vergezichten opdoemen die heel veel hoop geven. Want hoop doet leven.